Arbeider of bediende: het speelt een grote rol. Naargelang van je statuut zijn de regels die van toepassing zijn als gevolg van je arbeidsovereenkomst sterk verschillend (bijvoorbeeld ingeval van ziekte, ontslag, enz.). De nieuwe regeling tracht daar een oplossing voor te bieden. Met deze Focus willen we de geïnformeerde lezer een compleet overzicht geven van de stand van zaken.
Het Grondwettelijk Hof oordeelde in 2011 dat de verschillen op basis van het onderscheid tussen hand- en hoofdarbeid inzake de duur van de opzegtermijn en de carensdag discriminerend waren. Er moest een oplossing worden gevonden tegen 8 juli 2013. De militanten en leden van de BBTK hebben stevig actie gevoerd voor de harmonisering van de opzegtermijnen van de arbeiders naar die van de bedienden toe, net als voor de afschaffing van de carensdag. Zonder deze acties zou het resultaat nog veel slechter geweest zijn.
Tijdens de onderhandeling over de harmonisering van de statuten namen de werkgevers een starre houding aan. Na maandenlange spanningen heeft de Minister van Werk uiteindelijk haar compromistekst voorgelegd op 5 juli 2013. Ter herinnering: de BBTK heeft altijd geëist dat het dossier van de harmonisering van de statuten globaal – in al zijn aspecten – zou worden behandeld om te vermijden dat de problemen opgesplitst raakten en tot onevenwichtige oplossingen zouden leiden. Wij betreuren dat we op dit wezenlijke punt geen gehoor vonden bij de regering. Het compromis is volkomen onevenwichtig, net als de wet die hieruit voortvloeit.
Gelijkheid heeft een kost voor de werknemers en voor de gemeenschap De zogenaamde “hogere” bedienden (die iets minder dan € 2.500 bruto per maand verdienen) betalen de prijs voor het optrekken van de opzeg
edito
termijnen van de arbeiders, doordat hun opzegtermijn ingekort wordt. Wat de arbeiders bovenop de vroeger geldende opzegtermijn krijgen zal bovendien grotendeels (én netto) betaald worden door de Staat en niet door de werkgevers. Dit betekent een verhoging van de overheidsuitgaven en minder inkomsten voor de sociale zekerheid en de fiscus! In de praktijk komt er dus geen grotere werkzekerheid omdat ontslagen voor bedrijven niet duurder zijn geworden.
De afschaffing van de carensdag is nu een feit, maar tegen welke prijs? De regering heeft 80 miljoen euro voorzien als “compensatie” voor de afschaffing van carensdagen… waarvan eveneens de werkgevers die ze niet toepasten zullen kunnen genieten! Eens te meer gaat men middelen halen bij de sociale zekerheid. Bovendien gaat deze afschaffing gepaard met een onaanvaardbare inbreuk op de privacy. De controle op ziekteverzuim dreigt immers sterk te worden verstrengd.
Nog werk aan de winkel
Er bestaan nog talrijke andere verschillen tussen arbeiders en bedienden (jaarlijkse vakantie, gewaarborgd loon, betaling van de lonen, paritaire comités, arbeidsvoorwaarden, aanvullende pensioenen, …). Dit zijn geen details. Het wegwerken van deze verschillen zal jaren in beslag nemen.
Een bijzonder aandachtspunt: Rond het vakantiegeld ligt er nog werk op de plank: door een verschillende berekeningswijze ontvangen bedienden minder enkel en dubbel vakantiegeld dan arbeiders. De BBTK eist dat de discriminatie van bedienden in de berekening van dat vakantiegeld dringend ongedaan wordt gemaakt. De BBTK zal gerechtelijke stappen zetten tegen deze eveneens ongeoorloofde discriminatie.
Nog steeds geen eenheidsstatuut Alle werknemers (zowel arbeiders als bedienden) aangeworven vanaf 1 januari 2014 zullen enkel in de nieuwe gelijkgestelde regeling terechtkomen wat de opzegtermijnen en de carensdag betreft. En zelfs op die punten zullen de arbeiders van sommige sectoren (bouw,… ) verder gediscrimineerd worden in vergelijking met de andere werknemers.
Alle arbeiders en bedienden aangeworven vóór die datum zullen de op 31 december 2013 verworven rechten nog heel wat jaren behouden. Er zal dus nog lang worden gesproken over arbeiders en bedienden. Deze termen verdwijnen op 1 januari 2014 niet als bij toverslag.